iris-op-avontuur.reismee.nl

Mexico & de Maya's

Lieve mensen,

Voordat ik richting Zürich vertrek vind ik het toch erg leuk om je nog even mee te nemen naar mijn reis van bijna 2 maanden in Mexico. Dit immens grote land, het oppervlak is wel 46 keer Nederland, is hier met name bekend van de verwoestende drugsoorlog. Maar ik kan je verzekeren dat dit land, naast de drugsmoorden en Mexicanen die een veiliger bestaan zoeken, prachtige stranden, uitgestrekte jungle, hoge bergen, indrukwekkende Maya ruïnes, diepblauwe cenotes (water reservoirs) en verse taco’s te bieden heeft.   

Mijn trip begon in Cancun, de populaire springbreak bestemming, waar ik het niet kon laten om de eerste avond lekker los te gaan op de dansvloer. Ik heb een klein rondje van 10 dagen gemaakt, daarna heb ik Jelle verwelkomt in dit toeristische oord. In 3 weken zijn we van Cancun naar Mexico stad gereisd via een tropisch eiland, koloniale steden in het laag- en hoogland en overblijfselen van de Maya cultuur. Toen Jelle weer naar Nederland vloog was ik op weg naar een natuurreservaat waar ik 2,5 week gewerkt heb. In het reservaat heb ik me met name bezig gehouden met conservatie strategieën, onderhoud en heb ik geholpen met het controleren en honing oogsten van de bijen.

Het grootste gedeelte van mijn reis heb ik doorgebracht in de Yucatan peninsula, in het Zuiden van Mexico. Dit gebied grenst aan Belize en Guatamala, en was het centrum van de Maya cultuur in Mexico met als hoogtepunt de periode tussen 250 en 900 n.C. De Yucatan peninsula is bezaaid met herinneringen aan de hoogtijdagen van de Maya’s. De Maya’s bouwden grote steden, piramides van soms wel 50 meter hoog en uitgestrekte verbindingswegen waarvan er op dit moment veel door de jungle zijn overwoekerd. De steden werden altijd gebouwd op plekken vlakbij cenotes, heilige ondergrondse waterreservoirs, en in een bepaalde astrologische constellatie. Ik had de mogelijkheid om vele Maya ruïnes en cenotes te bezoeken, en het was altijd indrukwekkend om een hoge piramide te beklimmen over de jungle over te kijken en te beseffen dat hier een enorme beschaving heeft geleefd en er nog veel ruïnes opgeslokt zijn door de natuur.

Het wereldbeeld van de Maya’s is gevormd aan de hand van de heilige boom Ceiba. Deze boom wortelt in de onderwereld en vormt door middel van de stam een connectie met het terrestrische leven en de hemel. De sociale structuur in deze cultuur was strikt geordend op basis van afkomst. Als je hooggeboren was dan werd je schedel ingebonden, zodat de bovenkant van de schedel plat werd en het achterhoofd uitgerekt. De heersers stonden in direct contact met de goden en als het op een bepaald vlak minder ging dan werden er bloedoffers gebracht aan de goden vanuit de tong of geslachtsdelen. De verschillende Maya dynastieën waren voortdurend in oorlog met elkaar, het was dan ook een krijgslustig volkje. Naast het oorlog voeren hadden de Maya’s een heilig balspel om kracht te tonen. Tijdens dit spel vielen er geen doden, maar de loodzware bal mocht alleen aangeraakt worden met hoofd, heupen, rug en benen.

De Maya’s hadden een diepgaande kennis van sterrenkunde, wiskunde en natuurlijke processen. Het landbouwsysteem van de Maya’s bestond uit drie hoofdgewassen (mais, een soort van pompoen en bonen), die naast elkaar werden geplant en zo elkaar van voedingsstoffen konden voorzien. Ondanks deze inclusie van biodiversiteit in het landbouwsysteem en de diepgaande kennis over natuur is een van de hoofdredenen dat de Maya heerschappij voorbij ging het gebrek aan water. Er was zodanig veel ontbossing voor de aanleg van wegen, steden en landbouw dat de regenval nadelig werd beïnvloedt. Dit zorgde voor opstanden, want de heersers hadden blijkbaar de capaciteit niet meer om de goden gunstig te stemmen. En helaas hebben we onze les nog niet geleerd. 

Mexicanen zijn trots op de culturele diversiteit van het land en er zijn op dit moment nog Maya gemeenschappen. Er wordt les gevolgd in het Maya door middel van zogenaamde satellietscholen. Er staat dan geen docent voor de klas, maar er is een satellietverbinding met de docent. Op deze manier is het mogelijk de Maya talen en dialecten levend te houden. 

Ik heb enorm genoten van mijn tijd in Mexico! Niet alleen heeft het land veel te bieden op het gebied van cultuur en natuur, ook het eten is afwisselend en lekker (als je van tortilla’s houdt). Ik ben nu een aantal dagen terug en ben volop aan het wennen aan de koude temperaturen en me aan het voorbereiden op de volgende stap. Op naar de Zwitserse Alpen!

Liefs,
Iris 

Gringo trail Bolivia

Lieve mensen,

Het was toch weer even hoor wennen in de bewoonde wereld van Bolivia. Dan blijkt dat er geen vliegtuig overvliegt, maar dat de buurman een gat aan het boren is in de muur, of dat je geen vogel maar toch echt een vrachtwagen hoort die achteruit rijdt. Van een wereld zonder snel contact over langere afstand, zonder internet en weinig computer gebruik was het even omschakelen naar de bereikbaarheid en de uren achter de laptop.

Na een aantal dagen in Trinidad en Santa Cruz wat aan mijn data geprutst te hebben was het dan ook tijd om de laptop achter te laten, mijn vleugels te spreiden, en wat meer van Bolivia te ontdekken. Bolivia is als land minder toeristisch op dit moment dan Ecuador en Bolivia, al zijn er voldoende reizigers die de ‘gringo trail’ volgen. Mijn trail begon in Samaipata, een hippiedorpje dat 3 uur bergop van Santa Cruz verwijdert ligt. Dit dorpje is bekend door onder andere het fijne klimaat, en de (pre) Inca ruïnes die er te bezichtigen zijn. Ook ligt het Amboro national park, wat helaas bedreigd wordt door gaswinning, met zijn 900 jaar oude reuzenvarens om de hoek. Het was heerlijk om daar weer in het mistbos rond te lopen en mijn eerste Andes condor te zien in Bolivia.

Sucre, de wettelijke hoofdstad van het land, was mijn volgende bestemming. Sucre is een prachtige koloniale stad met een mooi centrum en hoge bergtoppen die de stad omringen. Elke stad in Bolivia heeft in het centrum een hoofdplein (plaza) met bankjes, bomen en standbeelden. Er zijn meerdere kleine plaza’s te vinden in een grotere stad, maar de plaza in het centrum is toch echt het kloppende hart van de stad. Sucre is ook de stad waar de onafhankelijkheid van Bolivia is uitgeroepen in 1809.

Dé toeristische trekpleister van Bolivia is het drooggevallen zoutmeer Salar de Uyuni wat op 4000m hoogte ligt. Deze uitgestrekte zoutvlakte is wat betreft de landschappen, vergezichten en luchten een hele belevenis. Met name als er een laagje water op het zout ligt kun je prachtige foto’s maken met het effect van de weerspiegeling. De salar is eigenlijk een grote zoutwoestijn omgeven door vulkanen, ‘s nachts kan het dan ook goed afkoelen. Gelukkig is er ook een vulkanische lagune waar je je lekker warm in onder kunt dompelen. Persoonlijk vond ik het hoogtepunt de lagune gevuld met rood gekleurd water, waar de roze flamenco’s met hun gele snavels aan het foerageren waren.

De verdere reis over de hoogvlakte bracht me bij de stad waar de regering gezeteld is: La Paz. De stad is gebouwd in een vallei, maar is zodanig uitgebreid dat er tot aan de omringende bergtoppen gebouwd is. Onder de huidige regering zijn er meerdere kabelbanen gemaakt van de vallei tot aan de bergtoppen, wat een prachtig uitzicht geeft over de stad. Ik had bedacht om na twee nachten in La Paz weer verder te trekken, maar een blokkade van de hele stad La Paz stak hier een stok (oftewel busje) voor. Tijdens een blokkade worden de wegen in en naar een stad namelijk afgezet door minibusjes en andere transportmiddelen. Het geeft wel een verbroederend effect dat iedereen zich te voet verplaatst in de stad, al is efficiënt natuurlijk anders. Deze blokkades worden georganiseerd als het volk het niet eens is met een wetsbesluit of nieuwe regeling en kunnen door het hele land georganiseerd worden.

De laatste dagen van mijn reis was ik wat ziekjes, dus ik heb mijn verdere plannen moeten laten varen. De laatste twee dagen in Bolivia heb ik in Santa Cruz doorgebracht, waar vandaan ik weer naar Nederland vertrok. Na een laatste dansavond, almuerzo familiar en rondje over de plaza was het echt weer tijd om terug te keren. Ik kan zeker terugkijken op weer een hele bijzondere ervaring!

Op dit moment ben ik alweer een paar dagen in Nederland en begonnen aan het analyseren van de data voor het schrijven van mijn scriptie. Heel erg bedankt weer voor het volgen van mijn blog en de lieve berichtjes!

Tot het volgende avontuur weer!

Liefs,
Iris

Veldwerk in de Beni savanne

Lieve mensen,

Na twee maanden heb ik weer contact met de buitenwereld! Naast een verrassend dagje Santa Ana en een sporadische mailwisseling via mijn begeleider heb ik geen contact kunnen onderhouden met het thuisfront. Op het moment dat ik deze blog schrijf ben ik nog in het reservaat en van mijn laatste dag aan het genieten.

Ik zal het verhaal weer oppakken waar ik de vorige keer gebleven ben. Het plan was dus om met de auto vanuit Trinidad naar het reservaat te rijden. Aangezien plannen hier gemaakt worden om te veranderen, was dit dus niet het geval. Bij aankomst in Trinidad werd het duidelijk dat we met twee vliegtuigjes en een tussenstop in Santa Ana diezelfde dag in het reservaat zouden aankomen. Wat volgde was een gehaaste dag met veel inkopen, regelen en keuzes maken. Het was voor mij een hele belevenis om in een klein vliegtuigje van A naar B te vliegen en het gaf zeker een hele mooie kijk op het gebied.

De eerste dag in het reservaat hebben we lekker een dagje vrij genomen om een beetje te landen, daarna zijn we begonnen met een pilot study van 2 dagen om door te knallen met het onderzoek. We hebben de meeste tijd in het veldstation verbleven, daarnaast hebben we in totaal 3 weken gekampeerd bij een boerderij, op eilandjes bij rio Tiniji en in het Noorden van het reservaat. Deze plekken hebben we bereikt per tractor en vanuit ons kampje hebben we de andere afstanden gelopen.

De omgeving hier is echt fantastisch! Er lopen twee rivieren door het reservaat en aan de rivier ligt gallerijbos, wat overloopt in savannebos en savanne. Daarnaast zijn er 25 boseilanden in het Noorden van het reservaat. Het gallerijbos is vrij divers qua bomensoorten, al domineert de Motacú palm zeker het centrum van de bossen. De vegetatie van de boseilanden bestaat ook voornamelijk uit Motacú palmen. De uitgestrekte savanne zorgt ervoor dat je hier ver kunt kijken, wat ervoor zorgt dat je mooie luchten en vele dier- en met name vogelsoorten kunt zien.

Onze dag bestond er hier voor de eerste 1,5 maand uit om half 7 ontbijten en daarna 3 á 4 plots in het bos op een dag afwerken tot een uur of half 5. Ik werkte deze tijd samen met Fabian, een student uit Wageningen. Na een maand kwam ook Esther, zij heeft zich met name op haar eigen onderzoek gefocust en mij geholpen toen ze daarmee klaar was. Na 1,5 maand ben ik meer alleen op pad gegaan om mijn eigen plots af te werken.

In de onderzoeksplots die we hebben opgezet, en waar we onder andere de palmen, vegetatie en bodem hebben bekeken, vond je regelmatig meer dan alleen vegetatie. Zo heb ik al een tamandúa (kleine miereneter) gespot in de boom, een falsa cobra (soort van Anaconda) gevonden in een holle boomstam, ben ik weggejaagd door een sissende koati (soort van fluffy wasbeer die in bomen leeft), heb ik agouti’s (een knaagdier die in het bos woont) opgeschrikt en werd ik ongegeneerd bekeken door familie brulaap. Verder heb ik een manenwolf, grote miereneter en gordeldier gezien en hebben we pootafdrukken van een poema met jong gevonden vlakbij ons kampje in het Noorden. Vaak hebben we ook capibara’s gespot langs de rivier, net als vele kaaimannen. Vogels heb je hier ook in alle soorten, maten en kleuren. De meest opvallende is natuurlijk de bedreigde blauwkeel ara, de reden dat hier het reservaat is opgezet.

Ik heb hier heel wat gezien en meegemaakt en ik ga deze ervaringen zeker niet gauw vergeten! De vliegende vissen langs de boot, de jacht van een kaaiman op een capibara, het flitsen van het onweer zodat de hele lucht oplicht, het boodschappen doen te paard bij de buurman, het piranha vissen in de rivier, het slapen met 150 ara’s op één boseiland, de prachtige sterrenhemel, de vele vuurvliegjes dansend aan de bosrand, de mooie bootritjes bij zonsopkomst en zonsondergang en het leven met vele dier- en vogelsoorten om je heen hebben gezorgd voor mooie herinneringen.

De komende dagen ben ik in Trinidad en Santa Cruz waar ik nog wat verder aan mijn data zal werken. Daarna ben ik van plan om 2 weken rond te reizen door Bolivia en op die manier wat meer van het land te zien. Daarover volg natuurlijk weer een update.

Liefs,
Iris

Voorbereidingen veldwerk in Santa Cruz, Bolivia

Lieve mensen,

Net terug uit Ghana is het alweer tijd voor mijn volgende avontuur! Afgelopen vrijdag ben ik in Santa Cruz, de meest welvarende stad van Bolivia, geland om me verder voor te bereiden voor het veldwerk. De afgelopen dagen stonden dan ook in het teken van het bezoeken van de lokale universiteitsbibliotheek, het herbarium, verschillende instanties om bijvoorbeeld mijn grondboren op te halen en langs de farmacía voor anti-slangen gif. Ik heb hier met de minibusjes al een groot deel van de stad en de omgeving verkend, op weg naar de plekken waar ik moest zijn. Santa Cruz is een vrij georganiseerde stad die er redelijk onderhouden uitziet. Aangezien Bolivia één van de armste landen van Zuid-Amerika is, was ik wel verrast door de goede aanblik van de stad. Het is weer erg leuk om in een tropische omgeving te zijn. De bomen zijn prachtig in bloei en de felgekleurde vogels vliegen je om de oren. De mensen zijn wat meer gesloten dan bijvoorbeeld in Ecuador en Colombia, maar ik heb al heel wat random gesprekken met mensen op straat gehad.

Mijn eerste nacht heb ik bij een Colombiaanse couchsurfing host geslapen die nog nooit in Europa was geweest en ook nog nooit iemand uit Nederland had ontmoet. Het is altijd interessant om een inkijkje te kunnen geven in je eigen cultuur en aangezien ik ook wat bekend ben met de Colombiaanse cultuur kon ik duidelijk de verschillen en overeenkomsten aangeven. Daarna ben ik verhuist naar een hostel, het was wel even wennen om in de partymood aan te komen, waar mensen de hele dag bier aan het drinken zijn bij het zwembad. Het is echt een enorm contrast met waar ik zo heen ga.

Vanavond is het dan zover. Ik ga eerst met de nachtbus naar Trinidad, waar we als het goed is worden opgehaald door iemand van de organisatie. Dan gaan we nog groot inkopen doen, om onszelf te voorzien van eten en de laatste benodigdheden voor het onderzoek. Ik denk dat we dan woensdag naar het reservaat rijden.

Ik denk dat ik zo rond twee maanden in het reservaat zal blijven, de precieze tijd dat ik daar zal doorbrengen is afhankelijk van hoe het onderzoek vlot. Het reservaat waar ik heen ga heet Barba Azul Nature Reserve. Mocht je geïnteresseerd zijn, er zijn verschillende filmpjes over het reservaat te vinden op youtube. Het is een vrij compleet ecosysteem, waar onder andere ook grote katachtigen, vele soorten vogels, krokodillen, apen en grote miereneters te vinden zijn. Het reservaat ligt in de Beni savanna, dit is een gebied dat 8 maanden per jaar onder water staat. Het is de transitiezone tussen savanna en bos, er zijn boseilanden aanwezig en er ligt gallerijbos langs de rivier.

Mijn onderzoek gaat over een palm (de Motacú palm, oftewel Attalea phalerata) die in het reservaat niet regenereert. Er is een bedreigde papegaaiensoort afhankelijk van de palm en zonder de palm zal de papegaai het ook niet overleven. Ik ga er proberen achter te komen waarom de palm niet regenereert, door bijvoorbeeld metingen aan de bodem, hoogte en het in kaart brengen van de populatiestructuur.

Ik vertrek vanavond naar een gebied waar ik geen internet heb, geen telefoon bereik is en waar de enige communicatie met de buitenwereld door middel van radiocontact is. Het is eventueel mogelijk om een brief te sturen denk ik, mocht je dat willen doen dan kun je Jelle even vragen. Het is misschien handig deze dan ook even te scannen en te mailen, voor het geval de brief nooit aankomt. Zodra ik het reservaat uit ben en me weer in de bewoonde wereld begeef zal ik weer een blog en foto’s posten. Op 27 oktober land ik weer in Nederland.

Ik wens je een hele goede zomer toe!

Liefs,
Iris

Obruni’s & Bebeni’s

Lieve mensen,

Nadat ik alweer twee weken in Nederland heb doorgebracht, wilde ik jullie toch mijn laatste avonturen en foto’s niet ontzeggen. Begin mei heb ik mijn stage afgerond in Ghana en na de eindpresentatie was het ook tijd om van mijn collega’s afscheid te nemen. Daarna heb ik twee weken rondgereisd door Ghana samen met Jelle, het was heel fijn om elkaar weer te zien!

Onze eerste reisbestemming in Ghana was het Mole National park, in het noorden van het land. In het noorden van Ghana zijn de mensen over het algemeen wat armer, in vergelijking met het zuiden, en is het merendeel moslim. Om bij het park te komen moet je vooral veel geduld hebben, want naast de lange rit het kan zo 1,5 uur duren voordat de bus vol zit en alle onderhandelingen over de mee te nemen bagage achter de rug zijn. We overnachtten net buiten een dorpje, Larabanga genaamd, voordat we het park bezochten. In die omgeving zag je veel ‘typisch Afrikaanse’ ronde lemen hutjes met een dak van palmbladeren en hout. In het dorpje staat de oudste mud and stick (modder en hout als palen in de modder gestoken) moskee van het land. Ook waren we een bezienswaardigheid voor met name de kids, al gauw hadden we daar een hele stoet achter ons aan tijdens ons rondje langs de winkeltjes en etens stalletjes.

Het national park waas erg mooi! We hebben olifanten, krokodillen, antilopen, bavianen en andere soorten apen, felgekleurde vogels en wrattenzwijnen (zoals pumba van de lion king) gespot. Het was een indrukwekkende ervaring om 20 meter van een olifant verwijdert te staan! Als je overnacht in het park moet je er trouwens op bedacht zijn dat je altijd vraagt wie er voor de deur staat als er geklopt wordt, voor je het weet staat er namelijk een baviaan voor je neus die in razend tempo je kamer doorzoekt naar eten en daarna weer de benen neemt. Het is ons niet overkomen, maar het is natuurlijk een prachtig voorbeeld van imitatie.

Na het noorden zijn we helemaal afgezakt naar het zuiden om aan mooie palmbomen strandjes in een hangmat te liggen, uit verse kokosnoten te drinken en schelpen te zoeken. We hebben een dorp op palen, genaamd Nzulezo, bezocht per kayak. Het hele dorp is dus op palen gebouwd in een moerasgebied aan een rivier, een bijzondere plek om te wonen! De kust van Ghana heeft ook vele forten die stammen uit de tijd dat er volop (slaven)handel gedreven werd tussen de lokale bevolking en de Britten, Nederlanders, Denen en Portugezen. De forten werden eerst gebruikt als handelsplaats voor met name goud (vandaar de naam Goudkust) en ivoor in ruil voor wapens, tabak en alcohol. Later werden er slaven onder erbarmelijke omstandigheden gehouden, verkocht en afgevoerd door de ‘door of no return’ naar de Amerika’s. Deze slaven werden aangevoerd door lokale stammen die overwonnen stammen verhandelde aan de kolonisten.

Onze laatste bestemming was het rijke Accra, wat een schril contrast was met het laatst bezochte vissersdorpje aan de kust. De shopping mall was een hele cultuurshock, evenals de dikke auto’s en grote huizen in sommige wijken. Om mijn reisblog over Ghana af te sluiten heb ik nog wat wist-je-datjes opgeschreven:

Wist je dat:
- Er vrij veel Ghanezen zijn die O-benen hebben? Dit komt doordat de kinderen hier op de rug van de moeders worden gebonden met een doek. Als de moeder vrij breed is en het kind strak op de rug bindt kan dit zorgen voor vergroeiingen.
- Je bij het geven van een hand aan, met name mannen van onder de 50, je elkaars vingers knipt? Het is even wennen in het begin, maar als je het eenmaal onder de knie hebt is het een spel wie het hardste geluid kan maken.
- Een Ghanees de trouwring links draagt? Er wordt gegeten met de rechterhand, dus is het wel zo praktisch om je ring aan je andere hand te dragen.

Op dit moment ben ik weer bijna gewend aan het Nederlandse leven en lonkt het volgende avontuur alweer! Op 28 juli vertrek ik richting Bolivia om onderzoek te doen voor mijn scriptie. Nu ben ik mijn stage aan het afronden en begin ik met het onderzoeksvoorstel voor mijn scriptie. Tussendoor volg ik nog een maand een vak, omdat ik het toch niet kon laten.

Heel erg bedankt voor het volgen van mijn blog & de lieve reacties, tot het volgende avontuur weer!

Liefs,

Iris

Religie & Begrafenisrituelen

Lieve mensen,

Ghana is een zeer religieus land en heeft zelfs het hoogste percentage gelovigen ter wereld; 96% van de bevolking geeft aan gelovig te zijn. Het is dus niet de vraag óf je gelovig bent, maar welk geloof je aanhangt. Het Christendom is met 60% de grootste religie, er zijn hier vele verschillende stromingen gevestigd. Van de Methodist Church tot Internationaal Evangelisch en van de Presbetyrian Church (een protestantse stroming) tot de katholieke kerk, je vind het hier allemaal in Ghana. In het Noorden wonen meer moslims, ongeveer 30% van de Ghanezen is moslim. De christelijke bevolking steekt niet onder stoelen of banken dat het geloof een belangrijk onderdeel van hun leven is. Er worden naar preken geluisterd op de radio, er wordt gepreekt op straat, er wordt naar gospel of andere religieuze muziek geluisterd en de uitspraak ‘als God het wil’ wordt veel gebruikt. Ook in het straatbeeld merk je dat Ghana een religieus land is, elk klein winkeltje, restaurant, auto of bus is getooid met een religieuze naam of uitspraak. Een greep uit het assortiment: God is good restaurant, His will shop, In His name giftshop, Jezus loves fashion en Talk to Jesus phone store. Soms zit er een spellingsfout in de tekst, zo zag ik achterop een bestelbusje data als bus wordt gebruikt (trotro) de uitspraak ‘Lamps of God’ in plaats van ‘Lambs of God’ staan.

Op een zondag ben ik met een collega naar de Evangelische Jongeren kerk geweest. Dat was een hele belevenis, waar ik met tuutende oren vandaan kwam. In Ghana staat de muziek namelijk altijd heel hard en als er gepredikt wordt dan is het normaal de preek overtuigend en vol passie gebracht wordt. Dit betekent dat de voorganger zo nu en dan op z’n knieën valt, in de microfoon schreeuwt en veel woorden en zinnen herhaalt. Ik moet zeggen, een overtuigende speech houden kunnen de Ghanezen als de beste. De live muziek was heerlijk in de kerk, de zangers konden écht goed zingen. Het is heerlijk om naar een diepe Ghanese zangstem te luisteren en lekker opgezweept te worden door het ritme van het drumstel. Op een gegeven moment had de sfeer in de kerk meer weg van een avondje stappen dan een kerkdienst, de kerkgangers gingen helemaal op in de muziek (en in God).

Naast de Christelijke gebruiken die hier alom aanwezig zijn, is de Ashanti cultuur hier nog springlevend. Een mooie mix van de twee stromingen zijn de begrafenissen die hier uitgebreid gevierd worden. Afgelopen weekend mocht ik getuige zijn van een weekend vol begrafenis activiteiten. Voorafgaand aan de begrafenis is er een hele voorbereiding vereist, niet alleen voor de familie van de overledene, maar ook voor bezoekers. Zo kreeg ik zwarte stof met een witte print in mijn handen gedrukt, waar ik afgelopen week een jurk van heb laten naaien. Op de zaterdag was de dresscode zwart, op de zondag heb ik de jurk gedragen. Zaterdagochtend vroeg was er eerst gelegenheid om de overledene te aanschouwen, gevolgd door een katholieke kerkdienst waarna overgegaan werd tot het begraven. Van 13:00 tot 18:00 was er muziek, eten en de gelegenheid om donaties te geven aan de familie. Er waren traditionele trommels aanwezig waarmee opzwepende beats werden geproduceerd en het leek meer op een groot feest dan op een begrafenis. Zondag was er eerst een kerkdienst, waarna hetzelfde programma werd herhaald als zaterdagmiddag.

Het geven van een donatie tijdens een begrafenis is belangrijk. Bij elke donatie wordt dan ook omgeroepen wat de hoogte van het bedrag is, voor wie de donatie bestemd is en van wie de donatie afkomstig is. Soms voelde de sfeer voor mij meer ‘zien en gezien worden’, en pochen met de hoogte van donaties dan dat het puur om het herdenken en het vieren van het leven van de overledene ging. Iedereen zo zijn tradities en cultuur, maar ik was wel een beetje in een culturele verwarring waar ik nou precies terechtgekomen was. Ik trok op de zondag veel bekijks met mijn jurk van traditionele stof, wat ik soms wel wat ongemakkelijk vond.

Het weekend is weer overgegaan in de werkweek en het onderzoek lag weer te wachten. Deze week hoop ik mijn veldbezoeken van houtzagerijen af te ronden, en volgende week kan ik waarschijnlijk mijn twee laatste interviews afnemen in Accra. Ik ben al over de helft van mijn verblijf hier en de tijd vliegt!

Liefs,
Iris

Chiefs & Tribes

Lieve mensen,

Ghana bestaat, zoals alle Afrikaanse landen, uit vele tribes en clans. In de regio waar ik verblijf, de Ashanti regio, zijn de Ashanti’s (ook wel de Akan genoemd) in de meerderheid. Voordat de Engelsen voet aan land zette in de Goudkust, waren de Ashanti de heerser van het grootste gedeelte van wat nu Ghana is. De Ashanti tribe bestaat uit 8 verschillende clans, een soort van subgroepen, met elk een eigen dier als symbool. De koningsclan, met als symbool een adelaar, levert de koning van de Ashanti tribe. De koning woont in een bescheiden paleis in Kumasi. De ‘golden stool’ oftewel ‘gouden stoel’ geeft de koning de macht om te regeren. Deze stoel wordt één keer per jaar tijdens een festival getoond. Wanneer de koning niet meer in staat is om te regeren of niet meer wordt ondersteund, wordt er een nieuwe koning aangewezen. Deze nieuwe koning is altijd familie van de moeder van de koning, en zij wijst ook zijn opvolger aan. De vrouwelijke lijn is dus het meest belangrijk voor de troonopvolging, al kan een vrouw niet regeren, omdat ze tijdens haar maandelijkse periode niet ontvankelijk is voor advies van de voorvaderen.

De Ashanti tribe kent een hiërarchisch systeem, die bestaat uit chiefs van clans, en daaronder chiefs van regio’s en gemeenschappen. De chief wordt in de regel bijgestaan door een raad van ouderen die advies geven. In de Ashanti cultuur zijn de geesten van de voorvaderen erg belangrijk, ook wordt er geloofd in reïncarnatie. De Ashanti praktiseren een soort van voodoo in de vorm van amuletten om zichzelf te beschermen, en de meer bekende vorm van voodoo met poppetjes en naalden om vijanden te verzwakken. Deze vormen van voodoo worden uitgevoerd in een Shrine, een soort van heilige plek in een gebouw of de natuur. Bij ziekte wordt er een traditionele geneesheer bezocht, die dan geesten verjaagt of de voorvaderen raadpleegt. Met name op het platteland wordt hier veel gebruik van gemaakt, aangezien een conventionele dokter of ziekenhuis vaak ver weg is.

Voordat de Engelsen nationale politiek vestigde in Goudkust was het land niet verenigd, maar bestond uit verschillende tribes met elk eigen leiders en rituelen. Er werd regelmatig gevochten tussen tribes om bijvoorbeeld grondgebied. Voor veel Ghanezen is de nationale politiek dan ook een ‘ver van je bed show’, aangezien mensen naast de president van Ghana een chief of leider van een tribe hebben die ze direct volgen. Verschillende Ghanezen die ik heb gesproken gaven aan dat ze weinig vertrouwen hadden in de nationale politiek, aangezien ze vinden dat de politici weinig voor het land doen en het corrupte systeem in ere houden.

Er worden vele talen en dialecten gesproken in Ghana, elke tribe heeft zijn eigen taal en clans kunnen verschillende dialecten hebben. Dit resulteert in ongeveer 13 verschillende talen en vele dialecten, in een land dat vijf keer zo groot is als Nederland. In deze regio wordt met name Twi gesproken. Dit is grammaticaal gezien een makkelijke taal, maar er zijn geen aanknopingspunten met wat voor taal dan ook die ik ken en sommige klanken zijn moeilijk uit te spreken. Verder dan ‘hoe gaat het’ ‘het gaat goed’ ‘dankjewel’ en begroetingen zoals ‘goedemorgen/middag/avond’ kom ik dan ook nog niet. De Ghanezen die minstens naar de lagere school zijn geweest spreken gelukkig ook (wat) Engels. Engels is hier ook de officiële taal.

Naast dat ik me hier onderdompel in de lokale cultuur wordt er natuurlijk ook gewerkt. Ik heb mijn eerste twee velddagen gehad in een district in de buurt. Tijdens zo’n dag zit ik eigenlijk de hele dag in de auto om eerst naar het kantoor van het district te gaan en daar te vragen waar we houtzagerijen kunnen vinden die met een bepaalde zaag zagen. Daarna bezoeken we de houtzagerijen en neem ik een survey af. Aangezien de meeste houtzagers zich alleen goed verstaanbaar kunnen maken in het Twi gaat er een begeleider van Tropenbos mee die alles vertaalt. Ik ben wel een verschijning hoor op zo’n houtzagerij. Er lopen daar alleen maar (half ontblote) mannen rond die het maar wat interessant vinden om een blanke vrouw over de vloer te hebben. Als ze het lef hebben vragen ze om mijn nummer of doen ze terloops een huwelijksaanzoek, al dan niet in Twi, wat dan grinnikend door mijn begeleider wordt vertaald. Ik werk hier sowieso in een mannenwereld, het ziet er niet naar uit dat ik een vrouw ga interviewen of een survey afneem bij een vrouw. Ach ja, bomen kappen en projecten rondom bos blijft blijkbaar een mannenwerkje.

Afgelopen week is er niet zoveel van werk gekomen, want ik heb mijn malaria vuurdoop gehad. Na 2,5 dag van koortsaanvallen die begonnen op zondagmiddag, hoofdpijn, buikloop en me heel moe voelen toch maar even naar het ziekenhuis gegaan om te laten checken. De medicijnen lieten me niet veel beter voelen, maar ik ben nu aan de beterende hand. Vandaag alweer een paar uur op de office en morgen voor een check naar het ziekenhuis. Onderdeel van de ‘tropical experience’, zoals ze het hier op kantoor noemen.

Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer!

Liefs,
Iris

Eerste indrukken Ghana

Lieve mensen,

Vorige week stapte ik op het vliegtuig om naar een voor mij geheel onbekend continent te vliegen, ik had geen idee wat mij te wachten stond qua mensen, mentaliteit, werkomstandigheden of onderzoeksmogelijkheden. Na mijn aankomst in Accra ben ik de volgende dag met de bus naar Fumesua (vlakbij Kumasi) gereisd om opgepikt te worden bij de bushalte door een medewerker van Tropenbos International. Tropenbos International is de organisatie waar ik hier mijn stage loop en mijn onderzoek doe. Nadat mijn spullen in het guesthouse waren neergezet zijn we gelijk doorgereden naar kantoor om iedereen te ontmoeten. Twintig gezichten en vergeten namen verder kon ik daarna rustig aankomen in het guesthouse. Het guesthouse heeft vijf kamers te huur en er is en keuken aanwezig waar gekookt kan worden. Er is altijd iemand aanwezig die op het guesthouse past, meestal is diegene neergezeteld voor de televisie om de rest van de dag niets uit te voeren.

Nu anderhalve week na het moment dat ik van het vliegtuig de sauna in stapte is me al het één en ander duidelijk geworden van de omstandigheden hier in Ghana. Op dit moment werk en woon ik op de campus van de Forest Research Institute of Ghana (FORIG). Er staan hier verschillende huizen van professoren, kantoren van bosgerelateerde instanties en twee kantines. Verder staan er natuurlijk veel bomen op het terrein en zijn de wegen niet geasfalteerd, wat de hele boel toch wel een tropische uitstraling geeft. Je komt hier af en toe een onderzoeker uit Europa tegen, maar verder werken er vooral Ghanezen. Bij Tropenbos ben ik op dit moment de enige student die stage loopt. We zitten in hetzelfde gebouw als Inbar, een organisatie die zich bezighoudt met bamboe als vervangend bouwmateriaal voor hout. Bij Inbar is er stagiaire uit Colombia rond dezelfde tijd begonnen als ik, ze woont ook in hetzelfde guesthouse, dus we trekken veel samen op. Het is wel een aparte gewaarwording om op een campus te wonen. Er zijn twee toegangspoorten waar altijd een bewaker bij zit en als je de campus af loopt merk je pas hoe rustig het hier is. Net voorbij de toegangspoort loop je een bedrijvige straat in waar de straatverkopers me al herkennen.

Deze maandag heb ik mijn onderzoeksplan gepresenteerd aan professoren van de universiteit in Kumasi, FORIG en andere experts in het veld van mijn onderzoek. Dinsdag heb ik de uiteindelijke versie van mijn onderzoeksvoorstel opgestuurd aan mijn begeleider in Wageningen en Ghana, om woensdag met mijn eerste interview te beginnen. Tot nu toe heb ik drie interviews gehouden en ben ik naar een overheidsinstantie geweest om informatie aan te vragen. Aan informatie kom je hier namelijk niet zo één, twee, drie. Er staat weinig tot niets online en als je ergens om informatie komt vragen moet dat eerst intern besproken worden, waarna je de informatie op kunt komen halen. De overheid van Ghana is op dit moment een wet aan het behandelen die het mogelijk moet maken om van overheidsinstanties direct informatie aan te vragen. Ik heb geen idee waar ze nu precies in dat proces zitten, maar ik ga ervan uit dat ik daar niet meer van kan profiteren.

Mijn onderzoek ziet er nu zo uit dat ik een aantal interviews uitvoer met medewerkers van NGO’s, onderzoeksorganisaties en het ministerie. Daarnaast ben ik waarschijnlijk ruim een maand op veldwerk om legale en illegale kleinschalige houtzagerijen te bezoeken en ze een survey voor te leggen. Ik ben erg benieuwd hoe het er verder allemaal uit gaat zien. ‘Go with the flow’ en ‘het komt goed, maak je geen zorgen’ hoor ik hier constant om me heen, ook als ik me totáál geen zorgen maak over iets. De praktische mantra’s van Ghana: laat je dragen door de hitte en maak je niet te druk, anders krijg je het nog warmer.

Dit weekend is extra lang, omdat zondag Onafhankelijkheidsdag is en we daarom maandag vrij zijn. Ik ben van plan Kumasi verder te verkennen, in een kratermeer te zwemmen in de buurt en te gaan feesten met een collega van Tropenbos. Volgende week ben ik de hele week in Accra, om de evaluatie bijeenkomst van het project waar ik onderzoek naar doe bij te wonen. Ik ben erg benieuwd hoe dat er hier aan toe gaat, als alle belangrijke mensen in dit veld bij elkaar komen. Hopelijk kan ik er nog een aantal interviews uit slepen.

Nou, het was een vrij feitelijk blog dit keer. Ik hoop dat jullie een beetje een idee hebben waar ik in terecht ben gekomen hier, de volgende keren zal ik iets meer over de cultuur en het land zelf schrijven!

Liefs,
Iris